Jammerjoh

Website voor mensen die niet klagen

Er zijn geen domme vragen, alleen domme antwoorden

In het gunstigste geval is een politicus een ‘generalist’.

 

Iemand die van talloze onderwerpen net voldoende weet om mee te kunnen praten. Grotere fracties hebben de luxe om op zoek te gaan naar volksvertegenwoordigers met een bepaalde expertise, maar échte experts op een bepaald terrein zijn te duur, en zelden bereid om zich te ontplooien als volksvertegenwoordiger. Ze kunnen meer verdienen in het bedrijfsleven, en ze vervelen zich dood als het niet gaat over het onderwerp waar zij expert in zijn. Daar komt dan bij dat ze weliswaar erkend expert zijn op een bepaald gebied, maar als regel geen zicht hebben op de samenhang met andere kwesties van belang. Waar een erkend expert zich op enig moment laat overhalen om voor een partij in de volksvertegenwoordiging te gaan zitten, of in de regering, zijn het zelden ‘Team-Players’, en zien ze die stap primair als een voorportaal naar een lucratieve managementfunctie in het bedrijfsleven, waar hun ‘netwerk’ een aanbeveling is. Of ze zijn ‘geparachuteerd’ door een bedrijf, of individu met ‘diepe zakken’, en dat wil je al helemaal niet.

 

Zeker in de Verenigde Staten, maar ook elders, leidt dat tot een ‘draaideur’ tussen de politiek en het bedrijfsleven op het niveau van de regering, terwijl de president zelf, en de vertegenwoordigers in het ‘Congres’ als regel carrière-politici zijn. Een enkele keer ‘hoger opgeleid’, maar al decennia niet meer actief en daardoor geen expert. Een onderlegde generalist die zich bewust is van zijn of haar beperkingen is een betere keus als bestuurder dan een expert. Dat laatste moet er wel bij. Iemand die zich bewust is van de eigen beperkingen, maar beseft dat de keuzes zijn of haar eigen individuele verantwoordelijkheid zijn, is voorzichtig. Hij of zij moet het begrijpen alvorens er een onomkeerbare stap wordt gezet. Dat leidt tot een conservatieve bestuurscultuur. Geen ‘Gekkigheid’. 

 

Critici wijzen erop dat daardoor ‘kansen’ gemist worden. Dat het te ‘stroperig’ is. Te voorspelbaar ook, waardoor sabotage door kwaadwillenden een fluitje van een cent wordt. Mijn reactie daarop is dat je daarom een overheid moet hebben die geen te grote broek aantrekt, en dat je beter af bent met een bescheiden, standvastige, betrouwbare overheid zonder pretenties, gehouden aan een grondwet, die een vrije markt borgt waar ‘Gekkigheid’ de norm is. 

 

In bepaalde, geïsoleerde gevallen moet het ‘snel’. Geen tijd te verliezen. Dan moet het ‘draaiboek’ klaarliggen. Op het moment dat de WHO een levensbedreigende pandemie afkondigde omdat Covid zich razendsnel verspreidde, deed Rutte een stap terug, en verkondigde hij dat de regering het stokje overgaf aan de ‘Wetenschap’, aan de experts. U mag terugbladeren naar wat ik destijds schreef, als generalist en bezorgde burger, maar ik sta nog steeds achter alles wat ik erover publiceerde. Ik claimde niet het beter te weten dan de experts, maar na mijn oor te luister te hebben gelegd in die kringen, begreep ik al snel dat de experts onderling verdeeld waren. Er was praktisch geen aspect binnen het raamwerk van de keuzes die gemaakt moesten worden, of er waren wel dissidenten. Dat ging beduidend verder dan nuanceringen, waar de één iets beoordeelde als ernstiger dan de ander. Op tal van gebieden stonden wetenschappers domweg lijnrecht tegenover elkaar. Voor u, en voor mijzelf, ging ik op zoek naar de verschillen, en hoe de experts hun eigen keuzes motiveerden. Wat was precies hun expertise? 

 

Al snel bleek dat velen die pretendeerden expert te zijn dat helemaal niet waren. En anderen waren dat wel, maar lieten hun oor hangen naar instructies van ‘bovenaf’ om te voorkomen dat ze als ‘stoorzender’ de armslag van de eindverantwoordelijken zouden beperken en twijfel zouden zaaien waardoor beleid niet kon worden geëffectueerd, met alle gevolgen van dien. Hoewel ik mij inlas, en bij gelegenheid deelnam aan discussies die diep op de materie ingingen, pretendeer ik nog steeds niet dat ik nu een expert ben. In de ogen van al diegenen die slaafs achter de beleidsmakers aanliepen, en gehoorzaam alles deden wat er van hen werd gevraagd, was ik een ‘Wappie’. En in mijn ogen waren zij het kind van de rekening. Wat hen niet te verwijten viel in de meeste gevallen, want wie heeft er nou de tijd en energie om zich te verdiepen in knap ingewikkelde vraagstukken waarvoor je veel ‘bagage’ moet meebrengen voordat je er iets van snapt? De term ‘Wappie’ was evident een stigma, en bedoeld om mensen die twijfelden aan het beleid weg te zetten als types die geen vertrouwen hadden in de wetenschap. Bij mij leidde het tot het maken van een cruciaal onderscheid tussen wetenschap als ‘exact’, en wetenschap als ‘religie’, gebaseerd op consensus. Je wéét het, of je neemt het aan. 

 

We zijn inmiddels enkele jaren verder, en wat je nu ziet is dat velen met een gedegen achtergrond in de wetenschap, die keurig alle instructies volgden, en zich bij gelegenheid ook uitspraken tegen mensen die zonder inhoudelijke argumenten twijfel zaaiden over de wijsheid van bepaalde keuzes, meer in het bijzonder de werkzaamheid of risico’s van vaccinatie, nu wakker zijn geworden, en de conclusie trekken dat ze zelf goedgelovig zijn geweest. Eén van hen is de populaire Dr. John Campbell die op YouTube een eigen kanaal heeft met meer dan drie miljoen abonnees, waar hij al vele jaren uitleg geeft over allerlei medische vraagstukken. Hij doet dat in mijn optiek op een voorbeeldige wijze, heel rustig met verwijzing naar de wetenschap, onafhankelijk, en zonder een te grote broek aan te trekken. Waar er nog twijfel is binnen de wetenschap laat hij consequent zien dat er verschillende stromingen en inzichten zijn, en hij houdt zich verre van het stellen van enige diagnose op basis van verhalen. Hij was vóór vaccinatie, liet zich ook vaccineren, en haalde nog een ‘booster’, waarna de twijfel toesloeg, die daarna alleen nog maar toenam. Hij vond in parlementslid Andrew Bridges, zelf ook een wetenschapper, een geestverwant. Ook gevaccineerd, én geboosterd, die nu indringende vragen heeft voor de regering, omdat hij denkt dat er serieuze fouten zijn gemaakt.

 

Waar ten tijde van de pandemie er geen gebrek was aan belangstelling van volksvertegenwoordigers voor de debatten, is de zaal nu leeg als Bridges met feiten en valide argumenten wijst op een verband tussen de vaccins en oversterfte, wat om gedegen onderzoek schreeuwt, dat eigenlijk alleen in Australië nu van de grond lijkt te zijn gekomen. Ik begrijp enerzijds de ‘aarzeling’ van politici om dat op te pakken, waar ze nagenoeg zonder uitzondering afvinkten op het beleid, en ze griezelen bij de gedachte dat ze de ‘Wappies’ gelijk moeten geven, maar anderzijds is er wel een groot maatschappelijk belang waar dit falen leidt tot een gebrek aan vertrouwen in vaccinatie in het algemeen. Maar wegkijken, je kop in het zand steken, voedt juist de ongegronde argwaan tegen de wetenschap waar die wél goede antwoorden heeft, en die kant moet je niet op willen. De wetenschappelijk methode is ‘kil’ en ‘zakelijk’. Twijfel, zo dicteert die methode, is gezond en essentieel om uit te vinden wat waar is, en wat niet. Irrationele, op ongefundeerde achterdocht gebaseerde verwerping van échte wetenschappelijk verkregen antwoorden op vragen is net zo gevaarlijk als blind en doof achter een consensus aansjokken. 

 

Het voorgaande mag dan gaan over Covid en het beleid dat werd aanbevolen als wetenschappelijk, maar dat niet was, maar over de hele linie zien we hoe beleid wordt verkocht als gestoeld op de bevindingen van experts, terwijl zelfs opzichtig falen ons niet doet terugkeren naar meer nederigheid. Sterker nog, onze politici vertonen de neiging om overal waar het uit de klauw giert, er nog enkele scheppen bovenop te gooien. Hou daar nou toch een keer mee op! Hou op met dat vertoon van ‘daadkracht’. Het is geen schande als je het niet weet. Er zijn geen domme vragen, alleen domme antwoorden. 

Go Back

Comment