Tolerantie is in laatste instantie individueel bepaald.
Wat anderen tolereren, wat de overheid tolereert, mondt uit in een ‘norm’, maar het is niet vanzelfsprekend ook ons eigen comfortniveau. Inbreuken op onze eigen tolerantie zijn ‘stapelartikelen’. Irritatie nemen we mee. Voor elke individuele inbreuk op ons incasseringsvermogen geldt een andere afbouwperiode. Mensen met een extreem kort lontje kunnen baat hebben bij therapie, of verdovende middelen, al dan niet op doktersvoorschrift.
Mensen met een ontwikkelde perceptie die als basis heeft dat alles wat hen niet doodt, hen sterker maakt, tolereren het gedrag als zodanig niet, maar ze zijn de irritatie eerder kwijt dan de mensen die elke rimpeling ervaren als een verlies aan kwaliteit van hun leven. Het vellen van een ‘geobjectiveerd’ oordeel verwijst naar de ‘consensus’, naar de ‘norm’, en als die plastisch is, ‘Rules Based’, zal het eerder een aanmoediging zijn om je in te graven, en te trachten de ‘consensus’, de ‘Rules’ te veranderen, dan je ergernis te begraven. De samenleving als geheel wordt dan snel intoleranter.
Als iemand op het intellectuele niveau, de ratio, constateert dat men het er levend af heeft gebracht, waardoor de woede, de frustratie en de irritatie wegvloeien, betekent het nog niet dat men vervolgens geen maatregelen zal willen nemen om toekomstige inbreuken op het eigen tolerantieniveau te voorkomen. Maar men zal niet snel een beroep doen op de overheid, of anderen om hen te accomoderen. Hoge muur rond de eigen grond, extra sloten op de deur, wie zich niet kan gedragen, komt er niet meer in, verhuizen, en bedenk het maar. Als de samenleving hen niet wil beschermen, dan doen ze dat zelf wel.
Waar het spannend wordt, is waar de overheid, de ‘consensus’, de ‘Rules’ die zelfredzame medemens vervolgens opjaagt omdat die hoge muur niet mag, de sloten verwijderd dienen te worden, toegang niet geweigerd kan worden, je niet ‘zomaar’ iemand kunt ontslaan, en je geen geweld mag gebruiken ter zelfverdediging, of bescherming van je spullen, en wat een overheid niet allemaal meent te mogen bepalen. In een tolerante samenleving lossen burgers de problemen bij voorkeur samen op, en denken mensen na voordat ze zekere keuzes maken. Je kunt individueel gevoelig zijn voor geluid, maar ga dan niet in de buurt van Schiphol, of Zandvoort wonen. Die situatie is anders dan waar jij al vele jaren ergens heel tevreden woont, en opeens bedenken liefhebbers van keiharde ‘Techno’ dat ze praktisch in jouw achtertuin een ‘festival’ van een week moeten organiseren, met ‘All Night Long’ monotone muziek waarvoor je stijf moet staan van de ‘dope’ om er niet horendol van te worden. Als de overheid daar dan toestemming voor geeft, omdat ze het geld nodig hebben, levert dat spanningen op.
Jaren geleden werd er ingebroken in mijn auto, waarop ik probeerde aangifte te doen, omdat ik nog steeds in de veronderstelling verkeerde dat dat maatschappelijk niet werd getolereerd, en dat we daarvoor ‘opsporingsautoriteiten’ (politie) hadden die moesten proberen de dader te achterhalen. Dat bleek een misrekening. Met veel tegenzin werd mijn aangifte opgenomen in een ‘proces verbaal’ waarvan ik een kopie kreeg, maar waarvan al meteen duidelijk was dat het origineel in het ’staande archief’ terecht zou komen. Men gaf mij te verstaan dat we daar de ‘verzekering’ voor hadden, en dat ik er zelf voor moest zorgen ‘passend verzekerd’ te zijn. Bij een woninginbraak enkele jaren daarvoor kwam er tenminste nog wel iemand langs, maar toen ik een dag later nog even op het bureau langs ging om de lijst met spullen die ik miste nog uit te breiden, had men ’nul’ interesse. ‘Geef maar door aan de verzekering’.
In het ’Nieuws’ recent een agente die het woord voerde namens de politiediensten in Limburg, waar men worstelt met verzoeken om ‘bijstand’ uit Duitsland en België. Ze legde uit dat de diensten in die landen nog wél iets deden met fietsendieven, terwijl we dat in Nederland allang niet meer deden. Geen tijd, geen geld en geen interesse meer voor. Andere prioriteiten. Zoals het vervolgen van ‘zedenzaken’ rondom ‘The Voice’, die vele jaren geleden speelden, destijds niet hadden geleid tot aangifte, en waarvan ook niemand getuige was, waardoor het een ‘Hij zei/Zij zei’-zaak wordt. En voordat u mij verkeerd begrijpt: Verkrachting, aanranding en mishandeling zijn voor mij buitengewoon serieuze zaken, maar ik denk: ‘Knietje in het kruis’, ‘Hap uit het oor’, ‘Ogen uitgekrabd’, Gillen, Vechten, en Aangifte doen bij eerste gelegenheid. Ook helemaal ‘Hot and Happening’ is het bemensen van een speciale dienst die is opgetuigd voor ‘Bedreigde Politici’ die elke ‘dronkenmanskrabbel’ op de ‘sociale media’ aangrijpen voor het doen van aangifte. Dito, bedreiging is horror, maar wellicht moeten politici zelf ook eens nadenken over hun provocerende, escalerende taalgebruik.
Wat voor soort samenleving krijg je als de overheid schade als gevolg van misdrijven afwentelt op de gemeenschap via de verzekering, en die overheid zich concentreert op zaken die het goed doen in de media? Dat escaleert onder druk van opgekropte onlustgevoelens bij mensen die iets wat hen is overkomen niet van zich af kunnen zetten, en er zelfs groots opgezette, zwaar gesubsidieerde ‘herdenkingen’ voor organiseren, uitgezonden op de televisie om ervoor te zorgen dat die wond niet dicht gaat, of zelfs opnieuw wordt opengereten, waarbij projectie van wat generaties geleden gebeurde, en volgens onze normen van nu niet door de beugel kon, worden aangegrepen om daders in het heden te identificeren die zich van geen kwaad bewust zijn.
Het lijkt mij geen goede ontwikkeling. Al helemaal niet waar het met zich meebrengt dat mensen hun eigen intolerantie in stelling brengen als een troefkaart op jacht naar maatschappelijke dominantie die het zonder valide argumenten en feiten kan stellen. De ‘EU’ en uiteenlopende nationale regeringen maken zich op voor het uitrollen van openlijke censuur, omdat de heimelijke versie stuit op een weerbarstige Elon Musk, die weigert mee te werken aan een in ‘achterkamertjes’ uitgewerkt idee over wat wél en wat níet gezegd en geschreven mag worden. Dagelijks erger ik mij kleurenblind aan lieden, met de politici en journalisten voorop, die op ‘X’ de meest ondoordachte, en veelal asociale dingen roepen, maar het is mij duidelijk dat die lieden niets te vrezen hebben van de ‘EU’ of de nationale overheden, omdat het samenvalt met de plannen die daar worden gekoesterd. Over het zaaien van dood en verderf, méér oorlog, het frustreren van pogingen om tot een vreedzame oplossing te komen, het uitrollen van de ‘nieuwe preutsheid’, welhaast een totale omkering van de fatsoensnormen van weleer, en een keur aan knevelwetten gericht op het faciliteren van ‘gelijkheid’ op het niveau van uitkomsten inplaats van kansen, die ook ruimte scheppen voor diefstal (sancties) en discriminatie (positief), en het tuchtigen van eenieder die, om welke reden dan ook, boven het maaiveld uitsteekt, of stak, op willekeurig welke dag, waarbij het maaiveld de ‘waan van de vandaag’ is. Dat alles gelegitimeerd middels een grabbelton aan onderling niet met elkaar te verenigen wetten.
Woensdag gehaktdag.